‘Wordt u niet duizelig?’ Zo werd bij de Iftarmaaltijd in Krommenie op zondagavond 24 maart gevraagd aan de grootmeester. Deze had in het voorbereidende programma op de maaltijd zojuist tien minuten lang zijn wervelende rondedans (sema) gedaan. Vriendelijk legde Abdulkadir Dikici uit dat deze dans een geestelijk proces is. Ingeleid door een periode van voorafgaand gebed en gezang. Waarbij hij zijn zwarte mantel afgooit en zich in een mystieke ervaring volledig overgeeft aan de levende God (Allah). Zijn wervelingen namen de aanwezigen mee in een ingetogen sfeer, in een ruimte om de liefde van God toe te laten. Die liefde en vriendelijkheid stroomden vervolgens volop in de daaropvolgende gezellige iftarmaaltijd die gratis werd aangeboden. Het ontbrak de 40 gasten aan niets, dankzij de enorme toewijding van een aantal moslimgezinnen in Krommenie die gezamenlijk het eten verzorgden. Om zo als Christenen, Moslims en gasten elkaar te ontmoeten en het leven te delen.
In zijn openingswoord had Kok Klever dit verwoord in een bijzondere bewerking van psalm 133:
Hoe goed is het, hoe heerlijk
om als broeders en zusters samen te komen!
Dat is goed, gelijk olie op het hoofd
die neerdaalt op de baard van Aäron,
en neerdaalt op de hals van zijn gewaad,
als dauw op de Hermon
die neervalt op de bergen van Sion.
Daar, hier, geeft de Ene God (Allah) zijn zegen:
leven voor altijd!