Vermaning Krommenie
Van oudsher heet een kerkgebouw van de doopsgezinden een Vermaning. Onze Vermaning staat aan de Noorderhoofdstraat in Krommenie sinds 1703. In 2003 verscheen ter gelegenheid van het 300-jarig jubileum een boekje met tal van historische bijzonderheden, geschreven door het lid van onze gemeente Jelle van der Weide, die daarvoor allerlei oude archieven had nageplozen. Aan dit boekje ontlenen wij het volgende:
In 1702 werd Krommenie geteisterd door ‘een schricklijke brant’. Ook al omdat er een felle wind stond, was er geen houden aan. Aan weerszijden van het Noordeind (thans Noorderhoofdstraat) werden maar liefst 67 huizen in de as gelegd. Ook het bedehuis van de doopsgezinden alsmede twee woonhuizen van doopsgezinde leraren gingen in vlammen op. Ongeveer de helft van de totaal aangerichte schade van ongeveer 200.000 gulden kwam ten laste van de doopsgezinde gemeenschap. De Krommeniese autoriteiten organiseerden een grote geldinzameling voor de getroffen gezinnen, maar de Doopsgezinden zeggen: “Wij redden ons zelf wel. Besteed de gecollecteerde gelden maar aan de Gereformeerde slachtoffers.” Daarbij zal ook hebben meegespeeld dat de de dopers geen inmenging van de Gereformeerde overheid wensten. Ze bleven niet bij de pakken neerzitten en al een week na de brand, op 29 juli 1702, zonden zij een bede om hulp naar de Doopsgezinde broedergemeenten. Daarin beschreven ze de droeve toestand “veroorsaeckt door een onverwachte en schrickelijke brant” en doen een beroep op hun offervaardigheid: …laet doch uwe harten en handen tot onse bijstant worden ontslooten, wij hoopen dat uwe mildadigheyd onze dankseggingen en gebeeden soodanigh sullen doen opklimmen, tot den Gever van alle goet …” Uiteindelijk komt er een bedrag binnen van 19.130 gulden, 19 stuivers en 8 penningen.
Het oude erf van de afgebrande Vermaning wordt verkocht en een nieuw erf aan de oostkant van het Noordeind aangekocht. Omdat Doopsgezinden van overheidswege geen godshuizen mogen bouwen die als zodanig vanaf de weg zichtbaar en herkenbaar zijn, wordt gekozen voor een kerkgebouw in de vorm van een pakhuis onder het motto:
De Gereformeerden een haan,
de Lutheranen een zwaan,
de Katholieken een kruis,
de Doopsgezinden een pakhuis.
De Vermaning wordt een stuk naar achteren gebouwd (inverdan) en rondom worden bomen geplant. Maar het is zeker geen schuilkerk. In een tijdsbestek van ca. 9 maanden weet men de bouw te realiseren. Een kroniek uit de 19e eeuw vermeldt: “…verplaatsen wij ons in het volgende jaar1703, dan zien wij reeds voor een groot deel de verbrande huizen weder opgerigt en dan veel doelmatiger dan vroeger. Dan vinden wij een nieuwe vergaderplaats der doopsgezinden, uitmuntende in fraaiheid en netheid boven de meeste ten plattelande, terwijl wij in een tijdsverloop der drie volgende jaren alle huizen of gebouwen op breeder grondslagen, op duurzamer wijze herbouwd vinden.”
Een houten gebouw vergt veel onderhoud. Al in 1788 vindt de eerste grote restauratie plaats. In 1827 komt het eerste orgel, een kabinetorgel, in de Vermaning. Drie jaar later laat de schenker het orgel voorzien van een front dat thans nog aanwezig is. In 1867 wordt gasverlichting geïnstalleerd en worden de overtollige kaarsenkronen verkocht. In 1887 biedt de Vermaning tijdelijk onderdak aan de Hervormden, wier kerk dan wordt gerestaureerd. Daarbij wordt afgesproken dat er geen kinderen in de Vermaning gedoopt zullen worden! In 1899 besluit men achter de Vermaning een tweetal woonhuizen te bouwen en te verhuren. De totale kosten bedragen 2191,14 gulden en de huurprijs wordt vastgesteld op 1,75 gulden per week. Inmiddels zijn de huisjes gesloopt.
De grootse viering van het 250-jarig bestaan in 1953 leidt tot plannen voor een grote restauratie van het gebouw, die jaren in beslag neemt en in 1963 wordt voltooid. In de kerkekamer (consistoriekamer) is dan ook een antieke tegelschouw geplaatst, afkomstig uit een boerderij in Wormerveer. Eind jaren ’70 wordt besloten om het orgel te vervangen. Een instrument, vervaardigd in 1780 door Johannes Strumphler wordt aangekocht van de Hervormde Gemeente te Tweede Exloërmond; ook dit orgel wordt geplaatst achter het bestaande Teves-front uit 1830. Klik hier voor meer informatie over het orgel en hier voor een aanvulling.
In de jaren 2000-2001 werd het interieur van de Vermaning door leerlingen van het Samenwerkingsverband Praktijk-Opleiding Schilderen (SPOS) zoveel mogelijk in de oorspronkelijke kleuren geschilderd. Daaraan vooraf ging een minutieus onderzoek met medewerking van de Rijksdienst voor Monumentenzorg. In het voorjaar van 2010 is het kerkplein gerenoveerd.