Het was een feest met elkaar Mondig op Zondag te beleven, zondag 16 juni jl. op Mennorode. En dat als antwoord met uitroepteken op het thema van die dag ‘Valt er (nog) wat te vieren?.’
De één noemde het een ‘een dag van verbondenheid en inspiratie’ en de ander ‘een prachtige dag’. Ook al door het met elkaar op-pad-zijn als leden, vrienden en belangstellenden vanuit Doopsgezind Zaanstreek. Al met al waren we met zo’n 18 mensen aanwezig; een feest op zich!
Aan tafel en in de auto terug werden de verschillende ervaringen met elkaar uitgewisseld. Zo deelde één van de jongeren over haar workshop bij Bibliodrama en hoe zij voor het eerst in de huid van een personage uit het Bijbelverhaal was gekropen. Een nieuwe ervaring. En wat dan te doen? Zogenaamd die persoon zijn of toch jezelf?
Een ander vertelde hoe zij in de workshop over Inventieve Theologie al gauw in gesprek was met één van de deelnemers. Misschien wel inventieve theologie pur sang. En dan het bespreken van elkaars doopteksten. Ook dat was enorm inspirerend en wat haar betreft voor herhaling vatbaar in onze eigen gemeenten.
Een andere groep was helemaal enthousiast over de workshop Internationaal Vieren. Wat een feest om als het ware van het begin van een dienst volgens de ons zo vertrouwde gebruiken uit te komen bij het einde ervan bij doopsgezinde broeders en zusters waar we ons misschien meer toeschouwer voelen dan deelnemer. Toch, door het beleven met elkaar en het samen beluisteren en zingen van de liederen wereldwijd verbond het geheel zich intens met elkaar. Een verbondenheid in alle verscheidenheid met de Doopsgezinde Wereldconferentie.
De afsluitende woorden van Rikko Voorberg namen ons mee naar een wereld van mensen op de vlucht. Hij deelde over zijn verschillende pogingen de politiek erbij te betrekken of door zelf de vluchtelingen te halen met ‘We gaan ze halen’. Tevergeefs. Ontmenselijkende systemen blijken moeilijk te veranderen, ook al worden ze door mensen gemaakt. Hij ging nu gewoon naar de mensen op de vlucht toe, in de bossen ten Oosten van ons land of in de kampen bij Calais; gewoon om te vragen hoe het met ze gaat. De mensen op de vlucht zijn verbijsterd en kunnen nauwelijks geloven dat er nog mensen zijn die gewoon geïnteresseerd zijn in hun bestaan en hoe het met ze gaat waar ze meestal worden opgejaagd.
Een stukje menselijkheid dat ook werd gezien door de stemmers voor de Amsterdammer van het Jaar. Omdat hij in coronatijd een project was begonnen waarbij mensen hun verdriet om het gemis van een dierbare konden delen door het ontsteken van een kaars en een lint op te hangen met woorden die duidden waar zij dankbaar voor waren.
Misschien dat in de vraagstelling van het thema van Mondig op Zondag een teken van verdriet om gemis naar voren kwam; ‘Hebben we (nog) wat te vieren?’ Was het juist niet zo dat wij die dag met elkaar een licht ontstoken en er nu linten gaan door Doopsgezind Nederland waarop we elkaar blijven vertellen waar we in al ons-zijn dankbaar voor zijn?
Tekst: Margarithe Veen