Overige gebouwen

De Verrassing aan de Zaan.

Sinds september 1975 bevindt zich naast onze Vermaning een ontmoetingscentrum voorheen De Vertoeving genaamd. In 2018 is het gesloopt en vervangen door een nieuw energieneutraal gebouw. Daarin bevindt zich nu het restaurant de Verrassing aan de Zaan. De ruimte is uitermate geschikt voor ontmoetingen na de kerkdienst, vergaderingen en andere bijeenkomsten. Het is een prettige ruimte gelegen aan de Zaan en biedt plaats aan ca. 80 personen. De Verrassing is eveneens beschikbaar voor verhuur aan derden. Voor verdere informatie en prijsopgave kunt u zich wenden tot Maartje van den Nieuwenboer tel. 06 21 50 86 49

De Groene Tak

Aan de linkerkant naast de Vermaning bevindt zich een gebouw dat is gebouwd in de typische Zaanse stijl. Oorspronkelijk stonden er op deze plek twee houten Zaanse huizen. Momenteel wordt dit pand verhuurd.

De geschiedenis van het Weeshuis

In 1628 wonen er reeds 32 Vlaamse doopsgezinden in de Zaanstreek, waarvan er 17 in Zaandam, 9 te Koog aan de Zaan en 6 in Zaandijk. Zij gaan een kaaspakhuis aan de Weelsloot in de Koog als vermaning gebruiken. De Vlamingen in de Koog bouwen een vermaning op het Jan Smerenpad (nu terrein Joh. Elisabethstichting) waar tot 1649 ook de Zaandamse Vlamingen blijven kerken.  In dat jaar bouwen de Zaandamse Vlamingen hun eigen vermaning op het Stikkelspad (nu Stationsstraat 6) In 1687 is er een fusie van de Waterlanders van west Zaandam met de de Vlamingen tot de Verenigde Doopsgezinde Gemeente. De Vermaningen op het Stikkelspad en op het Dampad zullen niet meer gebruikt worden.De laatste zal worden afgebroken, maar de banken en de preekstoel, de antieke liederenborden en de houten collectebussen zullen worden overgebracht naar de nieuw te bouwen vemaning ‘Het Nieuwe Huys”in de Westzijde.Bij het aangaan van de fusie hebben de Vlamingen 6 leeraren en de Waterlanders 3. Bij de fusie is het ledenaantal van beide groepen ongeveer 250. Nadat de Vermaning aan het Stikkelspad enige tijd leeg heeft gestaan en als pakhuis dienst doet, wordt deze in 1699 voor een half jaar ter beschikking gesteld aan de Lutherse gemeente tot hun nieuwe kerkgebouw op het Vinkenpad gereed is.

Daar de kerkelijke gemeente in weeshuizen vrijdom van accijns (impost) van alle levensbehoeften voor de wezen kunnen krijgen, besluit de kerkenraad van de Verenigde Gemeente in 1713 de wezen niet langer in gezinnen onder te brengen, maar de oude Vlaamse vermaning tot een weeshuis te verbouwen. Het weeshuis wordt op 1 mei 1714 in gebruik genomen, de bouwkosten bedragen ƒ 10.744,00 en de inrichting kost ƒ 1.391,00 Het gebouw is nu veel dieper heeft een nieuwe voorgevel en een nieuwe egale kap schuin gelijk het dak van het Nieuwe Huys. Het weeshuis krijgt een goede naam en vele vreemdelingen komen in de volgende jaren deze moderne instelling bezichtigen. Het huis wordt volgens een reglement van 32 artikelen bestuurd door 5 buitenvaders en 3 buitenmoeders. De gang van zaken in het huis wordt geleid door een binnenvader en moeder. Hun reglement heeft 37 artikelen. Op 25 juli telt het huis 30 bewoners 3 jongens en 2 meisjes beneden de 11 jaar. 2 jongens en 1 meisje van 11-15 jaar. 3 jongens en 1 meisje van 15-18 jaar en 5 mannen en 11 vrouwen boven de 18 jaar. In dat jaar bedragen de uitgaven ruim ƒ 6.000 en de inkomsten ƒ 1.549 (o.a. rente). Om dit te kort te dekken wordt door “schaalloopers voor de Weezen”gecollecteerd bij de leden.

In 1903 is het aantal wezen teruggelopen tot 3 en in 1911 als er geen wezen meer zijn, wordt het weeshuis omgebouwd tot kosterswoning. Tijdens de eerste wereldoorlog in 1914 wordt het weeshuis beschikbaar gesteld aan een groepje Belgische vluchtelingen. In de tuin links van het weeshuis wordt in 1924 een nieuwe pastorie gebouwd voor ds. Attema. De grond daarvan werd in 1733 door Nicolaas Calff aan Doopsgezinde Gemeente geschonken bij zijn overlijden. In de zeventiger jaren van vorige eeuw is deze pastorie (Stationsstraat 6 B) bij het vertrek van de familie Van Schaik verkocht aan een particulier.

Tijdens de tweede wereldoorlog heeft het weeshuis nog dienst gedaan als plaats van voedsel en brandstof uitdeling, en werd er 1 keer week een warme maaltijd verstrekt. Ook hebben tijdens deze oorlog bewoners uit Beverwijk tijdelijk in het weeshuis daar een onderdak gevonden en werden er vanwege brandstof gebrek de nood kerkdiensten gehouden. In 1947 wordt het weeshuis geheel gerestaureerd en wordt er een ruime gemeentezaal in gemaakt op de 1e verdieping, die Mennozaal genoemd wordt. Daarnaast worden er nog 3 kleine zalen ingericht en is er de kosterswoning met de op de 1e verdieping de stijlvol ingerichte regentenkamer.

In de strenge winter in 1947 is er weer brandstoffennood en worden er weer gecombineerde diensten met Oost en soms diensten in de catechisatiekamer gehouden.. In 1952 wordt de Mennozaal voor 4 weken als trouwzaal gebruikt, daar de trouwzaal van het stadhuis vernieuwd wordt. Er worden in het weeshuis 26 huwelijken voltrokken.

In 1995 wordt het weeshuis opnieuw gerestaureerd en de aanwezige ruimten (behalve de regentenkamer en het kostersgedeelte) ingericht voor verhuur aan derden. De stichting Vrienden van het Weeshuis is eigenares van het gebouw en hoopt nog vele jaren er voor te zorgen dat het onderhoud op passende wijze zal geschieden.

Bron: H.M.Romijn “Kroniek v.d. Doopsgezinden in Zaandam”. En W. Jonker “De bouw van het Weeshuis in West-Zaandam ( RHNH febr/mrt 2005)