Sta stil bij 80 jaar Vrijheid met Geertje Pel – Groot (18 september 1889 – 20 februari 1945)
Geertje Pel – Groot, geboren op18 september 1889, bezoekt als jonge vrouw de Oostzijder Vermaning in Zaandam, ook wel de ‘doofpot’ genoemd in de volksmond.
Ze volgt er Bijbelstudies en waardeert de Doopgezinde gemeenschap. In de jaren ’30 laat ze zich dopen en sluit zich in die jaren ook aan bij een doopsgezinde werkgroep die zich inzet voor vluchtelingen die o.a. onderdak vinden in het doopsgezinde broederschapshuis te Schoorl, Dopersduin. Ook joodse vluchtelingen.
Ondanks dat de propaganda in die tijd overuren maakten en mensen uit elkaar dreef, ontmenselijkende systemen haar entree deden, blijft zij bij de kern van haar geloofsvertrouwen; door ieder geboren mens met liefde te omarmen ongeacht welke achtergrond van hem of haar dan ook. Ze liet zich als het ware niet afleiden van de context waarin zij leefde om liefdevol, barmhartig en behulpzaam te zijn aan haar naaste, aan degene ook in nood. Ook tijdens de vervolging van joden in Nederland.
Geertje bleef zich verbinden, ook met haar vrienden uit de joodse gemeenschap. Wanneer op een gegeven moment een stel wil vluchten, maar de vrouw van het bevriende stel hoogzwanger is, bevalt deze eerst van haar baby om vervolgens Nederland uit te vluchten. De joodse baby vindt onderdak bij Geertje Pel-Groot.
Ondanks haar blijvende inzet voor de doopsgezinde werkgroep vluchtelingenhulp te bieden, ook met voedselpakketten dankzij de Zaanse Verkade, en ondanks dat zij inmiddels als weduwe de ouwelfabriek met haar zonen draaiende houdt, heeft ze in haar huis en in haar hart ruimte voor het kleine kwetsbare kind.
Geertje Pel – Groot deinsde er niet voor terug een joodse baby onderdak te bieden. Ongeacht de context bleef zij zich inzetten voor zorg, liefde en barmhartigheid voor ieder geboren mens, zeker ook in nood. Zo bleef ze mensen nabij en zonder geweld, geweldloos.
Nee, ze had waarschijnlijk niet verwacht dat de Sicherheits Dienst haar doorstuurde naar kamp Vught toen zij toch opgeroepen werd zich vanuit Zaandam met baby te melden in Amsterdam.
Hoewel de oproep zich de volgende dag te melden kwam op die middag dat zij niet thuis was, blijkt dat het voor haar helder was; dat zij zou gaan. En voordat die dag aanbrak dat zij zich bij de SD zou melden, is zij eerst die middag nog naar Cor Inja gegaan. Hij bood haar een onderduikadres aan, maar ze liet weten door haar handelingen geen andere mensen in gevaar te willen brengen. Zo is zij ook nog die avond bij haar ouders geweest. Ze zou zich melden.
En zo ging zij die ene dag met de joodse baby in de kinderwagen en samen met haar dochter richting de pont van Zaandam over de Zaan. Echter, Geertje Pel-Groot stapte alleen op de pont. Haar dochter met kinderwagen en baby sloegen een steeg in, op weg naar een onderduikadres.
Het bleek dat Geertje Pel-Groot wel het vertrouwen had dat ze met baby weer terug zou komen in Zaandam, na het bezoek bij de SD, maar dat ze vreesde voor een spuitje met gif bestemd voor de baby wanneer de baby zogenaamd onderzocht zou worden en alsnog een paar dagen later hieraan zou overlijden.
In liefde wilde zij de joodse baby niet in gevaar brengen, liever wilde ze zelf de consequenties dragen voor haar liefde voor medemenselijkheid, voor het geloof in de waardigheid voor ieder geboren mensenkind en door zich geweldloos in te zetten voor gerechtigheid en vrede.
Ze werd afgevoerd naar kamp Vught. Schreef brieven naar huis. En toen bijna die dag daar was dat zij haar maanden in het kamp uitgezeten had, brak Dolle Dinsdag aan. Dit leidde tot volledige paniek bij de Nazi’s en hun aanhangers die naar Duitsland vluchtten. Gevangenen werden gereorganiseerd. Dat maakte dat kamp Vught plaats moest maken voor gevangenissen die elders in het land gesloten werden, en gevangenen van Vught naar kampen in Duitsland werden vervoerd. Zo Geertje Pel-Groot naar Ravensbrück.
Volgens de overlevenden bleef zij steeds vriendelijk, voegde zij zich bij vrouwen die bijeenkwamen rondom de bijbel, zoals met Corrie ten Boom. En ook in dit kamp bleef ze bij de zorg voor haar naasten, om anderen niet in gevaar te brengen door haar toedoen.
Wanneer zij op een dag naar een ander deel van het kamp moet, bieden vrouwen haar aan in hun barak onder te duiken. Maar ook dan net als voor haar omgeving in Zaandam zei ze: ‘Nee, dat zal ik niet doen. Ik wil niet dat anderen door mijn toedoen in gevaar komen.’ Ook al werd het haar dood, toen ze daar door het Nazi-regime werd vergast in Ravensbrück.
En waar haar kinderen naar de bevrijding uitzagen naar haar, nog niet wetende hoe het met haar was afgelopen, kwam zij niet meer thuis. En waar de doopsgezinde werkgroep o.l.v. Cor Inja ook nog niet wist hoe het met haar was gegaan, bleef er hoop klinken in de notulen van deze werkgroep op haar terugkomst.
Die werkgroep die de gehele oorlog voedselpakketten verzorgde om zo duidelijk te maken dat die liefde waar het in het evangelie over gaat, gaat om het handelen naar het beeld van Gods Koninkrijk om gerechtigheid en vrede. In welke context dan ook.
Een inspiratie voor deze tijd om ongeacht de zichtbare systemen van ontmenselijking te blijven inzetten voor medemenselijkheid, waardigheid voor ieder geboren mens, naastenliefde waar nodig in zorg en hulp om recht, om vrede.
In de Vermaning van Zaandam, Westzijde 80, is een plakkaat bevestigd ter herinnering en nagedachtenis aan Geertje Pel-Groot.
Ook de school Westerkim herdenkt haar jaarlijks in de Vermaning van Zaandam rondom 4 en 5 mei.
Tekst: Margarithe Veen
Bronnen: