Verhalen en Beelden van Hoop op weg naar Pasen

‘Het geeft me zoveel hoop dat wanneer we samenkomen in gebed, we solidariteit met elkaar vinden. God geeft ons de gave om elkaars pijn te zien en elkaars lasten te dragen.’ Woorden  van Karla Braun, hoofd communicatie van de Mennonite World Conference in onze kerkdienst op zondag 3 maart jl.. Zij is bij ons te gast in de Vermaning van Zaandam nu ze een aantal maanden in Dopersduin verblijft. Ze vertelt dat voor haar de online samenkomsten, die om de twee maanden plaatsvinden, die het meeste indruk op haar maken. Hierin komen broeders en zusters vanuit Indonesië tot Zwitserland en van Colombia tot  Canada samen. In gesprek met elkaar delen ze wat hun bezighoudt, vreugden, maar ook hun zorgen. ‘De deelnemers ontmoeten elkaar als een wereldwijde familie en vertrekken met een bemoedigd gevoel.’ Ze nodigde de aanwezigen uit, ons, na te denken hoe dit voor ons is; hoe wij delen, meeleven en solidair zijn met elkaar. Volgens haar kunnen christenen in het Noorden veel leren en veel geven ‘om solidair te zijn met de doperse-mennonitische familie over de hele wereld: Samen Jezus volgen, leven vanuit eenheid en bouwen aan vrede.’

Vrede en gerechtigheid – een geschiedenis van heiligen of van martelaren?

Zo stond woensdag 13 maart de geweldloze beweging om rechtvaardigheid voor alle mensen, blank en zwart, centraal. ‘Ben je wie je zou kunnen zijn?’, klonk het opnieuw in de Vermaning van Zaandam. Volgens Harcourt Klinefelter, voormalig persvoorlichter van dr. Martin Luther King, de vraag van dr. King. We gingen met Klinefelter terug in de tijd en bekeken samen de indrukwekkende film ‘Selma’. Die film die feilloos laat zien welke systemen werkzaam zijn wanneer medemensen worden geminacht, gekleineerd, gepest, buitengesloten, beschadigd en bewust geweld worden aangedaan. En dan geweldloos blijven? De kracht van de beweging zat volgens Klinefelter in een intens gevoel van betekenis te zijn voor die mensen wiens leven door het heersende racisme van die tijd in de kiem was gesmoord. Nieuwe mensen bleven opstaan waar anderen om hun inzet om gelijkwaardigheid in koele bloede werden vermoord. Zo stond ook Klinefelter zelf op na de oproep van dr. King voor een sociale opstanding. Het was de tijd van de mars in Selma. Bij de eerste mars waren de mensen massaal kapot geknuppeld en gewond achterlaten op de Emunds-Pettus brug, die Bloody Sunday, zondag 7 maart 1965. ‘Kunnen we geloven in een geschiedenis van martelaren?’, vroeg Klinefelter ons. ‘In plaats van de lijn van Petrus?’ Hij noemde de vele martelaren vanaf de steniging van Stefanus en hoe door het sterven van deze mannen en vrouwen, zoals ook dr. King, steeds weer andere mensen bleven opstaan op de weg van gerechtigheid en vrede. Iets om over na te denken. Ook hoe de beweging van dr. King niet treurig was, maar bewogen was door vreugde en bezieling met elkaar de weg van rechtvaardigheid te gaan vanuit een diep vertrouwen op Gods liefde voor hen.

Tekst: Margarithe Veen